dinsdag 24 april 2012

Contact!

“Leuk dat interactief college geven, maar in mijn college zit ik helemaal niet te wachten op vragen van studenten: ik heb m’n tijd hard nodig om hoofdstuk 2 te  behandelen en ik red ’t niet als er dan ook nog vragen worden gesteld.”

Als docententrainer observeer ik regelmatig docenten bij het geven van een college. Een ervaring die ik niet snel meer vergeet deed ik op tijdens een werkcollege Wiskunde. De setting: een docent die het bord van linksboven tot rechtsonder vol schrijft met afleidingen en met z'n rug naar de collegezaal herhaalt wat ie opschrijft. In de zaal een handjevol studenten die ijverig overschrijven wat de docent op het bord schrijft. Wat me vooral bij is gebleven en me lichtelijk shockeerde is dat de docent op geen enkele manier contact maakte met het publiek: in drie kwartier had ie nog geen seconde oogcontact met ook maar 1 student.

De docent was zowel geestelijk al lichamelijk volledig gericht op zijn uitwerkingen op ’t bord. Soms ontdekte hij een eerder gemaakte fout, nam de bordenwisser, verbeterde de fout, en … verbeterde vervolgens alle andere fouten die van de eerste fout het gevolg waren. En dat allemaal zonder enig contact met de studenten.

Studenten waren stil, de docent was in z’n eigen wereld aan 't woord. Later bleek dat er 5x zoveel studenten in de zaal hadden moeten zitten. Alleen de beste studenten waren overgebleven. Zij konden het verhaal geheel zelfstandig volgen en hadden de interactie met de docent niet nodig. Een vorm van natuurlijke selectie door survival of the fittest.

Door te pauzeren tussen belangrijke of moeilijke stappen in de uitwerking en zich meer naar de zaal te richten, had deze docent de studenten meer gelegenheid gegeven om vragen te stellen of slimme opmerkingen te maken. Op die manier had hij ook de minder goede studenten letterlijk bij de les kunnen houden.

1 opmerking:

  1. Hans Schenkel6 mei 2012 om 17:03

    Het lijkt een beetje op het voorkomende verschil tussen sporttrainers: de één drilt totdat er verbetering komt en gaat dan op dezelfde weg door. De ander heeft als hoofddoel het spel aantrekkelijk te maken en te houden en voegt daar aan toe wat ieder individue nodig heeft en de meesten willen daarbij ook de technieken leren. De vraag blijft dus: voor wie staat de docent daar?

    BeantwoordenVerwijderen